Een dagje Sanke Senbetsu (selecteren) op de Oya Koi Farm. Super ervaring en iets wat ik graag met jullie wil delen! Dat betekent overigens wel vroeg in de ochtend beginnen.
De familie Kataoka werkt op traditionele wijze, wat wil zeggen dat ze al vroeg in de ochtend de mudponds afvangen en daarna pas ontbijten. Voor Taro Kataoka geen probleem, zoals gezegd in deze blog, gaat hij ongeacht welk tijdstip of werkzaamheden met een brede lach aan het werk. En daarnaast ook nog eens constant in voor grappen en leuke opmerkingen, wat het extra leuk maakt om een aantal Senbetsu’s mee te mogen doen!
Alle babykoi die geselecteerd moeten worden bij de Oya Koi Farm worden afgevangen en ingeladen op een 1000 liter vat achter op een mini 4×4 truckje. Vervolgens worden ze naar één van de Koihuizen gebracht, waardoor er binnen Senbetsu uitgevoerd kan worden. Best slim bedacht en comfortabel, geen gedoe met flinke stortbuiten die in de zomer van Japan vaak voorkomen. Al snel staan wat stoeltjes klaar en kan de Senbetsu beginnen.
Sanke Senbetsu time
Bij de Oya Koi Farm wordt veel aandacht besteed aan hoogwaardige Sumi op de Sanke en daarnaast een gestroomlijnde en krachtige bouw. In dit stadium, het gaat immers om jonge babykoi van slechts 4 weken oud, is het nog niet mogelijk om deze aspecten te constateren. Het is nu van belang dat de kleuren wit, rood en zwart aanwezig zijn en daarnaast dat er enigszins een patroon zichtbaar is. Wat voor patroon het om gaat is vrij onbelangrijk, als het maar een bepaald Sanke patroon zou kunnen worden. Ieder patroontje wat mogelijk potentie heeft mag mee door naar de volgende ronde. Bij sommige Sanke zie je al duidelijk een driestaps Kohaku patroon, vaak voor een groot gedeelte onder het Sumi.
Net als bij Kohaku is het bij Sanke zo dat er bij voorkeur geen Hi (rood) in de vinnen mag zitten, bij de eerste Senbetsu is dit echter onbelangrijk en mogen deze gewoon mee. Veel van de Koi lijken weinig wit te hebben, wat op zich niet een groot probleem is, de patronen breken vaak nog open wanneer ze doorgroeien. Wel is het belangrijk dat het neusje en de zijkanten van het kopje wit zijn. Ditzelfde geldt voor de zijkanten van het lichaam, hier moeten al witte inhammetjes zichtbaar zijn.
Er zitten Koi tussen die alleen wit en zwart van kleur zijn, dit worden later Bekko. Een aantal hiervan mogen mee naar de volgende ronde. Al heeft Masahito er niet heel veel vertrouwen in geeft hij aan. Natuurlijk is het bij deze selecties ook belangrijk de bouw klopt wat betreft vinnen, staart, ogen en dergelijke. Er zitten toch altijd wel wat “minkukels” bij die niet door gaan.
Sanke kweken is een uitdaging
Sanke is misschien wel de moeilijkste variëteit om succesvol te kweken. Het percentage van Sanke welke goedgekeurd wordt tijdens de selecties is zeer laag. Zoals Taro Kataoka heel mooi zegt: “Het kweken van Sanke zal je arm maken”. Goede Sanke kweken is dus een lastige opgave.
Wat goed te merken is, één van de mudponds die we selecteren bevat ongeveer 50.000 Sanke, na de selecties hebben we er nog 4500 over. Slechts 9% van de babykoi is goedgekeurd om door te mogen groeien naar de volgende Senbetsu ronde, die over 2 á 3 weken al plaatsvindt.
Hier wat extra toelichting om toe te lichten waarom we die overige 91% afgekeurd hebben. Bedenk dat een Sanke eigenlijk een Kohaku is die naast het rode patroon ook nog een patroon heeft van Sumi vlekken. Allereerst dient een Sanke dus te voldoen aan de eisen die ook aan een Kohaku worden gesteld, hier kun je er meer over lezen. Oftewel, het Shiroji (wit) dient perfect te zijn, maar ook het Hi (rood) patroon en de intensiteit ervan. Daarnaast komt er nog eens bij kijken dat ook het Sumi juist verdeeld moet zijn om een goede balans te maken. Eén misplaatste Sumi spot op een Sanke zorgt al direct voor een patroon wat niet meer klopt of niet compleet is. De kans dat het patroon niet goed is, is dus aanzienlijk groter als bij bijvoorbeeld de Kohaku.
Minimaal vijf Sanke Senbetsu’s in het eerste jaar
Een uitdaging is het zeker, dat blijkt wel als Masahito verteld dat er minimaal vijf selecties plaatsvinden in het eerste levensjaar bij de jonge Sanke. Dat is meer selecties dan dat ze voor de overige variëteiten toepassen. Dan te bedenken dat het goed mogelijk is dat er bij de tweede Senbetsu weer slechts ongeveer 10% overblijft, gevolg is dat er aan het einde van het jaar maar weinig goede Sanke overblijven. Dat verklaart waarom Taro aangeeft Sanke kweken maakt je arm en daarnaast waarom een goede Sanke zo prijzig kan zijn!
