Senbetsu, oftewel het selecteren van Koi. Een droom die uitkomt en iets wat niet zomaar nogmaals zal gebeuren. Een geweldige ervaring waarover wij graag het een en ander delen. De familie Kataoka, bekend van de Kataoka Koi Farm, was zo vrij om ons in de zomer mee op pad te nemen over de kwekerij. En dan wel met een heel bijzonder doel: het selecteren van Sanke voor de eerste selectie.

Familie Kataoka werkt op traditionele wijze

Bij deze kweker gaat er veel op traditionele wijze. Dat betekent al vroeg in de ochtend op pad om mudponds af te vangen en daarna pas terugkeren om te ontbijten. Voor Taro Kataoka de normaalste zaak van de wereld, ongeacht het tijdstip op de dag is hij overigens aan het werk met een brede lach. Vol met grappen, leuke opmerkingen en lol. Extra leuk om hier de 4×4 minitruck te stappen en op naar de groeivijvers. Terwijl bij andere kwekers de selectie aan de waterkant plaatsvind, doet Kataoka het wat luxer.

Hier worden alle babykoi afgevangen bij de vijver en vervolgens meegenomen naar het Koihuis in een vat van 1000 liter om ze daar vervolgens te selecteren. De selectie is daardoor een stuk comfortabeler en gewoon op stoelen in een flinke waterbak waar we de rest van de dag vertoeven. Geen gedoe van weersinvloeden zoals de hevige hoos- en stortbuien die je hier vooral in de zomermaanden kunt hebben.

Tijd voor Sanke selectie

Bij de Kataoka Koi Farm wordt erg veel aandacht besteed aan hoogwaardig Sumi en daarnaast een gestroomlijnde en krachtige bouw. In dit stadium gaat het om babykoi van slechts 4 weken oud. Daarbij is het nog te vroeg om puur op deze aspecten te selecteren. Het is nu vooral van belang dat de kleuren wit, rood en zwart aanwezig zijn en daarnaast dat er enigszins een goed patroon zichtbaar is. Wat voor patron dat exact is, is hier nog niet heel belangrijk. Zolang er een potentieel patroon zichtbaar is, is dat voor nu in orde. Ieder patron met mogelijke potentie mag door de selectie heen. Bij sommige Sanke zie je hier al een mooi Kohaku patroon ontstaan, maar vaak is dat voor een groot gedeelte verstopt onder het Sumi wat nu vrij intensief aanwezig is.

Selectiecriteria van toepassing op baby Sanke

Net als bij Kohaku is het bij Sanke belangrijk dat er bij voorkeur geen Hi (rood) in de vinnen mag zitten. Bij de eerste Senbetsu is dit echter een onbelangrijke eigenschappen en mogen deze gewoon mee. Veel van de Koi lijken op dit moment weinig wit te hebben, wat op zich geen groot probleem is. De kans is namelijk groot dat de patronen nog zullen openbreken wanneer de Sanke doorgroeien. Wel is het belangrijk om op dit moment al te letten of de neus en de zijkanten van het kopje wit zijn. Ditzelfde geldt voor de zijkanten van het lichaam, hier moeten al witte inhammen zichtbaar zijn.

Er zitten Koi tussen die alleen wit en zwart van kleur zijn, dit zullen Shiro Bekko worden. Net zoals een Shiro Utsuri, maar dan zijn de zwarte vlekken kleiner en meer gespikkeld. Taro Kataoka geeft aan dat er een aantal hiervan mee mogen naar de volgende ronde. Al heeft zijn jongere broer Masahito er niet heel veel vertrouwen in geeft hij aan. Natuurlijk is het bij deze selecties ook belangrijk dat de bouw klopt wat betreft vinnen, staart, ogen en dergelijke. Er namelijk altijd wel wat minkukels bij die hierdoor niet door mogen.

Sanke kweken is een uitdaging

Sanke is misschien wel de moeilijkste variëteit om succesvol te kweken. Het percentage wat goedgekeurd wordt tijdens de selecties is zeer laag. Het laagste van alle variëteiten die gekweekt worden. Taro Kataoka geeft aan “Het kweken van Sanke zal je arm maken“.

En dat is goed te merken, één van de mudponds die we selecteren bevat ongeveer 50.000 Sanke. na de selecties hebben we er nog 4500 over. Slechts 9% van de babykoi is goedgekeurd om door te mogen groeien naar de volgende Senbetsu ronde, die over 2 à 3 weken zal plaatsvinden.

Hier wat extra toelichting om toe te lichten waarom we die overige 91% afgekeurd hebben. Bedenk dat een Sanke eigenlijk een Kohaku is die naast het rode patroon ook nog een patroon heeft van Sumi vlekken. Allereerst dient een Sanke dus te voldoen aan de eisen die ook aan een Kohaku worden gesteld, hier kun je er meer over lezen. Oftewel, het Shiroji (wit) dient perfect te zijn, maar ook het Hi (rood) patroon en de intensiteit ervan. Daarnaast komt er nog eens bij kijken dat ook het Sumi juist verdeeld moet zijn om een goede balans te maken. Een klein misplaatste Sumi vlek op een Sanke zorgt al voor een patroon wat niet meer klopt of niet compleet is. De kans dat het patroon niet goed is, is dus aanzienlijk groter als bij bijvoorbeeld de Kohaku.

Minimaal vijf Sanke Senbetsu’s in het eerste jaar

We beseffen nog meer dat Sanke kweken en opgroeien een uitdaging is wanneer Masahito ons verteld dat er minimaal vijf selecties plaatsvinden in het eerste levensjaar bij de jonge Sanke. Dat is meer selecties dan dat ze voor de overige variëteiten toepassen. En dan te bedenken dat het goed mogelijk is dat er bij de tweede senbetsu opnieuw slechts 10% zal overblijven. Met het gevolg dat er aan het einde van het jaar maar weinig goede Sanke zullen overblijven. Dat verklaart ook waarom Taro aangeeft waarom Sanke kweker je arm maakt en daarnaast waarom een goede Sanke zo prijzig kan zijn.